Herdenking bij Fort Rhijnauwen indrukwekkend
BUNNIK- Naar schatting 1.500 belangstellenden waren aanwezig tijdens de jaarlijkse herdenking van de Belgische en Nederlandse verzetsstrijders die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers op het Fort bij Rhijnauwen ter dood zijn gebracht. De twee minuten stilte waren indrukwekkend, je hoorde alleen vogels fluiten.De herdenking startte met een stille tocht vanaf het Poortgebouw op de Rhijnauwenselaan naar het fort. Het in volkomen stilte betreden van het fort waar de klok wordt geluid, is voor alle aanwezigen steeds weer een indrukwekkende ervaring. Het besef dat tientallen jonge verzetsstrijders op diezelfde plaats hun laatste stappen hebben gezet op weg naar hun executie, is aangrijpend.
Janneke Schermers, voorzitter van de Stichting Herdenkingsmonument Fort Rhijnauwen verwelkomde de aanwezigen. In zijn herdenkingsrede stond burgemeester Hans Martijn Ostendorp stil bij het jaarthema ‘Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst’. “Als wij onze ogen sluiten voor het verleden, dan hebben we onze hoofden gebogen en onze schouders laten zakken. Dat zou écht onrechtvaardig zijn naar de mannen en vrouwen die waar ook ter wereld hun leven gaven voor onze vrijheid. Dát zou past écht onrechtvaardig zijn naar de mannen en vrouwen die hier op deze plek zijn gefusilleerd, hun leven hebben gegeven voor een vrije, vreedzame wereld. Laten we opveren, laten we elkaar aanmoedigen dat het woord van liefde, vrede en respect onze tong regeert en onze harten vult. Laten we elkaar inspireren met open handen, in tolerantie en met respect écht om te zien naar elkaar, wie we ook zijn, waar we ook vandaan komen en welke geloofs- of levensovertuiging we ook hebben.”
Om 19.57 werden alle namen van de gefusilleerden voorgelezen. Na het trompetsignaal ‘Geef Acht’ volgden de indrukwekkende twee minuten stilte met aansluitend de ‘Last Post’, het hijsen van de vlaggen, spelen van volksliederen en het leggen van kransen. Namens de Belgische Ambassade werd de krans gelegd door de heer Bernard Deschepper, vice-consul van België. Gedeputeerde Bart Krol en diens echtgenote legde een krans namens de Provincie. Door het overvliegen van een achttal historische vliegtuigen uit het Vliegend Museum Seppe kreeg de herdenking een extra accent. Muzikale medewerking werd verleend door Constantia uit Werkhoven en het brandweerkorps van Bunnik vormde een erehaag.
Veel nabestaanden uit Belgié en Nederland legden bloemen bij de gedenkstenen.
Zo ook die van Aart Koedood, geboren op 30 april 1899. Hij was een verzetsman uit IJsselmonde, nu Rotterdam. Vanwege zijn verzetswerk was hij ter dood veroordeeld en zat in dodencel 600 van de beruchte gevangenis het Oranje hotel. Omdat de Duitsers dachten dat de Engelsen in 1942 bij Scheveningen zouden gaan landen werd Aart en andere medegevangenen overgeplaatst naar de gevangenis op het Wolvenplein in Utrecht. Op 17 juli 1942 werd Aart Koedood op Rhijnauwen gefusilleerd. Hij was net een paar maanden 43 en liet een vrouw en vier kinderen achter. Anneke (8), Jan (6), Lenie (4) en Kees (3).
Tijdens deze herdenking waren zij allemaal aanwezig, vergezeld van hun kinderen, kleinkinderen en overige familieleden. In de middag hebben zij nog een bezoek gebracht aan de gevangenis op het Wolvenplein in Utrecht en kregen daar een rondleiding.
Er was ook familie van Hendrik van Bezooijen, destijds lid van de kerkenraad van de gereformeerde Bondsgemeente Hoogblokland. Hij was verzetsman bij de zogenaamde Geuzengroep die onder leiding stond van Maarten Schakel. Maarten Schakel was het ook die het vreselijke nieuws van het fusilleren van Hendrik, op 31 maart 1945, overbracht aan diens vrouw met wie Hendrik net getrouwd was. Hendrik was de laatste verzetsman die op fort bij Rhijnauwen ter dood is gebracht. Bij de herdenking was Henk van Bezooijen aanwezig, geboren in 1950 geboren en vernoemd naar zijn gestorven oom. Als gasten had hij Niels Anderson en zijn echtgenote bij zich. Zij waren over uit Pretoria in Zuid Afrika en waren zichtbaar diep geroerd door de herdenking.
Vanwege 70 jaar vrijheid was er dit jaar extra aandacht voor mensen met een rollator of rolstoel door het neerleggen van rijplaten. Ook waren er extra zitplaatsen voor de oudere en minder valide deelnemers. Wie hulp nodig had om aanwezig te kunnen zijn kon dit aangeven en men werd gehaald en weer teruggebracht. Of deze extra dienstverlening herhaald kan worden zal later dit jaar worden bekeken.
“Het aantal deelnemers aan de tocht en de herdenking neemt elk jaar toe, gelukkig ook onder de jeugd”, zegt Hans Nap. “Met nadruk worden de scholieren steeds bij de viering betrokken. Er is voor de groepen 8 een speciaal lespakket samengesteld. Hun wordt op deze manier respect bijgebracht voor de jeugdige verzetsstrijders die ook voor hun vrijheid het leven hebben gelaten. Zij leren dat dit nooit meer mag gebeuren.” (Kees Broekman)
Verschenen in De Nieuwsbode op woensdag 13 mei 2015.